ik maakte een praatje in een park en eindigde met een gedicht..

ik maakte een praatje in een park en eindigde met een gedicht..

Na mijn training besloot ik een rondje door het plantsoen te wandelen in Leiden. Ik vind het prachtig om daar te lopen en te zien hoe de seizoenen veranderen. De bomen worden steeds groener, de magnolia’s zijn ondertussen uitgebloeid en er ligt roze sneeuw bloesem op de grond.

Ik volg de kronkelende route door het park terwijl ik ook langs het water loop. Het is fris maar het zonnetje schijnt. Om de zoveel meter ligt er iemand met zijn fiets naast zich op de grond in het gras.

Ogen dicht en met het gezicht naar de zon gericht. Even verderop een ouder stel op een bankje, ik kijk bewust op en wens ze een goedemiddag. Zij doen dat terug. Hoe vaak gebeurt het niet meer, dat we langs elkaar lopen zonder iemand gedag te zeggen.

Ook al is diegene een onbekende het voelt direct goed als je iemand een goede middag wenst een glimlach geeft en verder gaat met je dag. Een cadeautje aan de ander, kleine moeite, een groot plezier. Ik doe dit nu met veel meer regelmaat en ik kan je vertellen. Ik word er een blijer mens van.

Niet alleen met goedemiddag zeggen maar ook met een praatje maken met een onbekende heb ik dat. Ik doe het nog veels te weinig en vind het idee om een praatje aan te knopen al spannend. Wat als diegene denkt ‘uh wat kom jij doen, ga weg’. Bang voor afwijzing. Of wat als iemand iets van mij wil, op een vervelende manier? Als kinderen maakte we zo makkelijk vrienden of gewoon een praatje. Die denken daar niet over na, er zit geen ego tussen.

Waar zijn we dit ergens verloren als volwassenen en waarom zijn er ook volwassenen die deze kunt nog wel behouden hebben? We worden zoveel blijer en gelukkiger van menselijke connectie en verbinding. Waarom doen we het dan veel te weinig?

ik loop verder en zie een man met een gele bak fiets staan. De fiets is ook een tafeltje en de man staat er naast. Naast hem op de grond staat een bord met handgeschreven tekst erop.

Met een schuin oog kijk ik naar de man en een van mijn eerste gedachte zijn ‘oh loop maar snel door, straks wil die iets van je’.

Ik loop verder terug richting de auto en raak teleurgesteld in mijn eigen gedachte die ik zo net had.

Hoe verder ik loop hoe meer mij een naar,knagend gevoel bekruipt. Ik wil dat helemaal niet als eerste gedachte hebben. Wat ik eigenlijk wil, is gewoon naar die man toelopen en een praatje aanknopen. Oprecht geïnteresseerd zijn en vragen ‘hey hoe heet je en waarom sta jij hier vandaag,?’ En dan een verhaal horen, verbinding maken, je openstellen.

En als iemand echt iets van je moet, op een vervelende manier, dan is dat aan mij om daarin een grens aan te geven of weg te lopen. Ik werd steeds enthousiaster en dacht ik moet terug!

Ik ging terug en zag dat de man met de fiets aan het praten was met een andere man. Ik ging erbij staan en zag nu op het bord ‘Sjaak Kroes’ staan. Straatdichter. Hij maakt gedichten dacht ik. Ik werd gelijk enthousiast en was zo blij dat ik terug ben gegaan om een praatje te maken en meer te horen over wat deze man doet en over zijn passie.

De andere man ging verder met zijn dag en ik maak kennis met Sjaak. Ik kijk hem aan en wist gelijk dat het een goed idee was om terug te zijn. Met vriendelijke ogen van onder zijn petje kijk hij mij aan. Met een Haagse accent verteld hij over zijn passie. Hoe die in alle grote steden in Nederland met de fiets toert en gedichten maakt voor mensen. De ene dag gaat beter als de andere dag, maar vandaag in Leiden is een goede dag.

Mensen hebben er zin in.

Het zonnetje schijnt.

Sjaak is blij en de mensen ook.

Zijn gedichten bundel boekje was al uitverkocht.

Ik wil een gedicht van deze man en hij pakt een stoeltje erbij en ineens word de fiets de tafel waaraan ik plaats mag nemen. Terwijl wij zo in het plantsoen zitten, vraagt Sjaak mij van alles.

Ik ga het gedicht cadeau doen aan mijn ouders en op het moment dat ik dat besloten heb, voelde ik iets in mij waardoor ik mij helemaal openstelde. Sjaak vroeg hoe mijn jeugd was, waar ik kwam als kind. Wat echt een ‘dingetje’ was in ons gezin.

Of we gezegdes hadden.

Ik voelde alleen maar liefde toen ik over mijn ouders vertelde en met elk woord die ik zei was ik meer en meer dankbaar dat ik terug ben gelopen. Als laatste vraag kwam: ‘wat wil je nog in het gedicht gezegd hebben wat we nog niet hebben besproken?’.

Dat ik trots op ze ben.

Ja, dat wil ik er nog bij.

Sjaak zei: ‘ ik ga er een mooi gedicht van maken’ ga maar even een kwartiertje wandelen en kom dan zo terug.

Ik liep een stukje verder en plofte neer op een bankje in de zon.

een dame met een oudere vrouw met een rollator keken mijn kant op.

Ik zei tegen ze: ‘er is nog plek hoor, kom er gezellig bij’. We zaten met zn 3en op het bankje en de jongere dame vertelde hoe ze elke dag ging wandelen met haar moeder. Vriezend koud of een heerlijk zonnetje het was altijd een mooi moment voor een wandelingetje. De oudere dame, deed langzaam haar ogen dicht en viel bijna in slaap door de warme deken van het zonnetje. We maakten een praatje over Leiden en katten. Ik hielp haar met tips hoe haar kat meer kon spelen. Zij liet mij even de liefde van moeder en dochter ervaren. Samen.

De eerdere jaren de moeder zorgend voor de dochter.

Nu vandaag andersom.

De moeder wijst naar het water en ziet de lichtjes schittering op het water.

We hebben eigenlijk helemaal niet zoveel nodig.

Behalve aandacht en tijd voor elkaar.

Ik wens ze een hele fijne dag en loop terug naar Sjaak. Hij was klaar en ik ging weer zitten.

hij las het gedicht voor zoals alleen een dichter dat kan en ik raakte halverwege geëmotioneerd.

Wow, hij raakt.

Dankjewel Sjaak.

Jij heb je open gesteld zei Sjaak.

En dat is precies wat ik gedaan heb vandaag.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *